De grootheidswaan van een veugelaar

No English text available. Click here for my English articles.

Als mensen mij bellen omdat ze een dode of gewonde vogel hebben gevonden, dan denk ik automatisch aan iets groots. Niet in die zin dat het een grote vogel betreft, maar dat de vondst vooral heel zeldzaam is, zeg maar niveau vale gierzwaluw of wenkbrauwalbatros. Je begrijpt dat de praktijk zonder uitzondering tegenvalt. Het bijzonderst was uiteindelijk een houtsnip, niet echt een vondst om een blog over te schijven...

Mijn maat Laurens en ik zijn een dag na elkaar geboren en zijn samen op dezelfde dag en met hetzelfde water gedoopt in de Boezemsingel (niet in de singel zelf, nee in de kerk die daar staat). Dit alleen al schept een band voor het leven. Ondanks deze vroege ontmoeting duurde het tot ons twaalfde voordat we matties werden.

Dat komt omdat wij een verschillende basisschool doorliepen. Op onze twaalfde kwamen we bij elkaar in de klas (mavo, meer is ons niet gegeven) en werden vrinden. We voetbalden samen, hielpen (spieken en voorzeggen) elkaar bij so's (Laurens heeft gevoel voor talen, ik voor weinig meer dan biologie), gingen samen trouw naar catechisatie en met Lau bezocht ik mijn eerste wedstrijd bij Feijenoord. Gebroederlijk gingen we naar dienstkeuring, waarbij Laurens werd goedgekeurd en ik gelukkig afgekeurd (ze hadden geen vierkante helmen, of zoiets). Later ging ik in Ommoord wonen en ook Laurens volgde al snel. Zo was hij niet alleen mijn vriend, maar ook mijn buurman.

Als we samen zijn, zijn we beiden nogal nostalgisch ingesteld. We houden er van oude verhalen steeds opnieuw te vertellen. Deze verhalen worden in de loop der jaren steeds mooier, zoals het verhaal dat zijn opa drenkelingen van de Titanic heeft gered. In werkelijkheid was zijn opa óók ergens op zee toen het beroemde schip zonk, niet meer en niet minder! En zo vertellen we elkaar regelmatig het verhaal dat Laurens werd nageroepen door een terreinknecht van Excelcior omdat hij zo traag de Honingerdijk op fietste. Dit verhaal is inmiddels zo vaak verteld dat ik oprecht niet meer weet of ik er wel of niet bij was toen het gebeurde. Ik heb dit (natuurlijk nietszeggende) verhaal zo vaak gehoord en gevisualiseerd dat ik zelf in ieder geval ben gaan geloven dat ik er bij was. Wie Joost kent mag het zeggen (deze pik ik van gebroeders Temmes, wie kent ze nog…).

Wat heeft deze hele blog met vogels te maken? Niets eigenlijk. Oh ja, toch wel een beetje. Laurens is geen vogelaar (hij zegt altijd 'veugelaar') en heeft weinig affiniteit met mijn hobby. Ik was dan ook verbaasd toen hij mij op een zomeravond belde dat er al drie dagen een gewonde vogel op zijn balkon lag. "Ik dacht, ik zal je nu toch maar eens bellen," zei Laurens. Had hij niet eerder kunnen bellen? Uit zijn beschrijving (imposant voorkomen, scherpe snavel, enorme vleugels en gevaarlijke klauwen) dacht ik weer gelijk aan iets groots. Een slechtvalk, of zelfs een vale gier sloot ik in mijn grootheidswaan niet uit. Aangekomen op zijn balkon werd ik al snel overmeesterd door teleurstelling, omdat 'mijn buit' zich manifesteerde in een minstens een week dood zijnde houtduif.

Bedankt Lau, ouwe veugelaar!

 

5 - 5