Mijn YouTube-kanaal
Het voordeel van het hedendaagse fotograferen is dat je ook kunt filmen. Niet echt mijn ding, maar soms vind ik het toch even leuk om een klein filmpje te maken. Gewoon voor de aardigheid!
Het voordeel van het hedendaagse fotograferen is dat je ook kunt filmen. Niet echt mijn ding, maar soms vind ik het toch even leuk om een klein filmpje te maken. Gewoon voor de aardigheid!
Dit voorjaar heb ik zowel de kleine bonte specht als de zwarte specht gefotografeerd. Twee soorten die niet gemakkelijk zijn te fotograferen in Nederland, dus je denkt: Chris zal wel blij zijn. Nou, nee!
In het voorjaar van 2008 ben ik samen met Menno van Duijn en Adri Hoogendijk afgereisd naar het zuiden van Polen. Onze doelen waren dwerguil en oeraluil te fotograferen.
Als vogelfotograaf ben ik liefhebber van less-is-more-foto’s. Dat houdt in dat in de bewuste foto het onderwerp een klein onderdeel van de gehele foto is en de omgeving een belangrijke rol speelt.
In maart 2015 bezoek ik een week lang Kaamanen, Finland. Het hoofddoel is om barmsijzen te fotograferen, maar ook taigagaai en bruinkopmees staan op mijn verlanglijst.
Dat mijn levenspartner niets heeft met vogels heb ik al eens beschreven in een eerdere BirdTalk. Toch kan ik het niet laten zo af en toe te vragen welk vogeltje op ons tv-scherm verschijnt.
Goudvinken vind ik aansprekende vogels. Sterker nog, ik vind ze magisch! Natuurlijk, ze zijn prachtig en je treft ze altijd aan in een gezellig familieverband, maar maakt dat ze zo bijzonder? Maken ze alleen daarom zoveel indruk op mij? Er zijn toch wel meer vogelsoorten te bedenken die zo mooi en gezellig familiair zijn? Kraanvogels bijvoorbeeld. Blijkbaar is er nog iets in goudvinken dat mij triggert.
I love redpolls. Waarom ik barmsijzen aansprekende vogels vind, is lastig onder woorden te brengen. Met hun geinige rode petje, hun fijne snaveltje en prettige tekening spreken ze menig vogelliefhebber aan. En mij dus ook! Er zijn diverse soorten barmsijzen die in het veld niet altijd even gemakkelijk te onderscheiden zijn.
Rotterdam is een mooie stad, een hele mooie stad zelfs! Het naoorlogse Rotterdam vond ik een beetje saai en kleurloos, maar die tijd is nu voorbij. De stad is verrijkt met mooie gebouwen en de moderne architectuur heeft Rotterdam internationaal op de kaart gezet. Ja toch!
Eind 2014 kocht ik een 7D mark II, als 'back-up camera' naast mijn 5D mark III. In dit artikel plaats ik wat foto's die gemaakt zijn met de 7D, de 7D mark II en de 5D mark III om tot een vergelijking te komen...
Trots vertellen een achtjarige jongetje en zijn vrolijke zusje mij op het strand dat ze de goedheiligman hebben gezien. Hij is zojuist aangekomen per boot. Bij ons is Sinterklaas inmiddels gedegradeerd tot een fout racistisch feest wil ik ze vertellen, maar dat doe ik toch maar niet. Ik ben er namelijk niet van overtuigd dat dit zo is en bovendien wil ik deze Curaçaose kids niet opzadelen met onze Hollandse (cultuur)problemen.
Tijdens het fotograferen van ivoormeeuwen op Spitsbergen dacht ik aan het volgende. Jona is mijn favoriete bijbelse figuur. Niet omdat hij drie dagen in die onmogelijke walvis heeft gezeten, nee omdat hij zo'n lekkere chagrijnige en ongemotiveerde gast is. Hoe was het verhaal van Jona ook alweer?
Dit najaar (2014) werd er een blonde ruiter gemeld op de Maasvlakte. De vogel werd ontdekt door 2 vogelaars die de vogel uit zee zagen vliegen, samen met 2 goudplevieren. Aanvankelijk was de vogel wat vliegerig, maar uiteindelijk werd deze Amerikaanse steltloper erg vertrouwd met de vele vogelaars.
Kortgeleden (nou ja, twee jaar geleden inmiddels, maar 'kortgeleden' is zo'n geinig woord om mee te beginnen) ben ik met mijn werk verhuisd naar een nieuw en hypermodern gebouw met veel technische snufjes. De nieuwste vorm van klimaatbeheersing, zelfdenkende zonneschermen en de verlichting op het toilet gaat automatisch aan als je kamer 100 bezoekt. Echt handig! Gek genoeg werkt de automatische toiletverlichting bij mij niet altijd. Bij mij springt de lamp op de meest ongunstige momenten niet aan en dat is knap lastig als er echt hoge nood is. Dat niet-aanspringen van het licht ligt gek genoeg niet aan het moderne gebouw, nee, het ligt aan mij! Mijn collega's hoor ik er namelijk nooit over klagen en gelijksoortige ongemakken overkomen mij ook elders.
Een BirdTalk schrijven is niet al te moeilijk. Je maakt wat mee, je schrijft daar een verhaaltje over, bij voorkeur iets met vogels (zo niet dan schrijf ik die er bij zal ik eerlijk bekennen) en ik maak de story ietsje pietsie spannender of dramatischer dan de waarheid. Vervolgens leg ik een verband tussen het thema van het verhaal en de vogel, ik zoek er een vogelfoto bij en klaar is Chris. Kind kan de was doen.
Wat hebben een sneeuwgans, een pontische meeuw en een woudaap met elkaar gemeen? Heel weinig hoor ik je denken. Toch is er een opmerkelijk verband te leggen...
Vogels zijn echt mijn ding en zoogdieren fotografeer ik daarom nauwelijks. Natuurlijk, als op Spitsbergen een ijsbeer mijn pad kruist maak ik uiteraard foto's, maar verder fotografeer ik bar weinig zoogdieren. Ik ga er nooit speciaal voor op pad. Een zoogdier dat ik wel graag eens zou willen fotograferen is de das. De das vind ik een mysterieuze soort die ik bovendien nog nooit heb gezien.
Samen met Gerard Visser bezoek ik (juli 2014) de steenuilenhut van Glenn Vermeersch in Kalmthout, België. De timing lijkt niet helemaal goed, want er wordt vandaag veel regen voorspeld. Bovendien zijn de jongen al ruim een week uitgevlogen. Worden ze nog wel gevoerd in de omgeving van de hut? We gaan het zien!
De parels van de Portugese Azoren zijn niet de vele Amerikaanse dwaalgasten die hier met enige regelmaat worden waargenomen, nee het zijn de endemise Azorengoudvinken (pyrrhula murina) die verblijven op de oostpunt van het prachtige eiland Sao Miguel. Hun uiterlijk wordt door sommigen omschreven als saai en daarom het bezoeken van deze vogels niet waard. Als liefhebber van vinkachtigen vind ik ze alles behalve eentonig. Ik noem ze fraai en mysterieus bovendien. Het levensverhaal van de Priolo (Portugese naam van de goudvink) alleen al is bijzonder: uitgestorven verklaard en weer herontdekt.
Nachtelijke ontmoetingen zijn niet altijd wat ze lijken te zijn. Deze stelling zal ik illustreren met twee waargebeurde verhalen. Het ene verhaal gaat over een dwerguil en de andere story gaat over een cavia.
In Goudswaard werden begin juni 2014 vale gieren gemeld. Die zijn een zeldzame verschijning in ons kikkerlandje. Omdat het weekend is en vale gieren fraaie vogels zijn, ga ook ik een kijkje nemen. Niet in mijn eentje, want vele andere vogelaars en vogelfotografen hebben hetzelfde idee opgevat. Altijd weer gezellig om bij te praten. Al snel worden in de hele vroege ochtend (voor 7u) twee vale gieren ontdekt en die laten zich mooi bekijken. Eén van de gieren blijkt een kleurring om te hebben en is afkomstig uit Spanje. De lokale buizerd is minder blij met het Spaanse bezoek en valt de gieren keer op keer aan. Dat is een geinig gezicht.
Begin juni 2014 mag ik een keer proef zitten in de nieuwe boshut Woeste Hoeve van Henri van Vliet. Uiteraard doe ik dat graag. Om 7 uur ben ik in Hoenderloo en Henri brengt me naar de hut. Vanaf de plek waar ik mijn auto parkeer is het nog geen 100 meter lopen. De vijver moet nog even worden bijgevuld en terwijl we naast de hut wat staan te praten over welk takje ik zal gaan gebruiken, landt er al een eerste appelvink voor de hut! Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt.
In mei ben ik een dagje op stap geweest met Tom van Hell. Tom bijt zich al een lange tijd vast in één project, namelijk ijsvogels fotograferen. Niet zonder succes, want in het tijdschrift Natuurfotopassie had Tom recent een uitgebreid en mooi artikel over deze vogels, geïllustreerd met zijn foto's.
Jaren geleden bemerkte mijn tante dat haar zoon belangstelling kreeg in tuinieren. Nu is dat in zijn geval bijzonder, omdat mijn echtgenootloze tante met vier kinderen drie hoog woonden. Mijn neef ging dus tuinieren, tot trots van mijn tante. Hij had een mooie en ruime plantenkas gekocht en daarboven monteerde hij een lamp om de boel goed te verwarmen en te belichten. Hij koesterde zijn plantjes met veel liefde en passie. Mijn tante was happy omdat haar zoon eindelijk een hobby had. Totdat bij haar het kwartje viel. Voel je hem aankomen?
In de drukkerij waar ik werkte kwam via een uitwisselinsproject een Deense stagiaire. Je moet weten dat een drukkerij een mannenwereld is en het gesprek over niets ander ging dan over de aanstaande Deense gast. Hoe langbenig en blond ze wel niet zou zijn, dat ze daar de hele winter naakt in de sauna zitten, welke dagen ze op welke afdeling zou meelopen, dat ze uiteraard mee moest met ons jaarlijkse zeevisuitje, etc, etc. Naar mate de tijd dichterbij kwam dat ze zou arriveren werden de verhalen steeds mooier en wilder. Nee, er zou een gouden tijd aanbreken in de normaal gesproken saaie en vrouwloze drukkerij.
Rotterdammer, ochtendmens, fietser, vogelaar, vogelfotograaf en verhalenverteller. De koning van de laagland-rietgorilla’s en de keizer van de barmsijzen. Je vindt me in het Rottemerengebied.
Ik zou je willen ringen en als een lijster laten zingen...
All images and text on this website are copyrighted. They may not be used, except by written permission. Do you want to use text or pictures of this site? Then kindly send me an e-mail. If you would like to use my footage for printed matter or other purposes, please contact me.
De meeste vogelaars en vogelfotografen zijn een beetje saaie mensen. Ten minste, dat vind ik. Een soort van eenheidsworsten. Als er een zeldzaam vogeltje is gezien komen ze in actie, staan ze stijf van de zenuwen en doen dan soms rare dingen, maar verder zijn het brave burgers. Grijze muizen die hun hoofd niet boven het maaiveld uitsteken. Ze maken hoogstens een beetje ruzie of een vogel verstoord is ja of nee. Nee, ‘afwijkende vogels’, vrije geesten, vind je nauwelijks onder ons vogelaars…
Op 3 februari 1990 fietste ik in mijn eentje 22 km van Rotterdam-Overschie naar Nieuw Lekkerland. Niet met een Tom Tom, maar met een fietskaart van mijn ouders. Zo zag ik als 15-jarige mijn eerste zwarte ibis. Mijn logboek vermeldt niet dat ik tijdens mijn trip andere vogels zag, maar wel dat het die dag 1 graden Celsius was (met een zuidoosten wind) en dat de overtocht van de veerdienst 75 cent betrof...
Wij zijn een reislustig volkje (met populaties in Australië, Zuid-Afrika, zonnig Eilat, etc.), daarom gaf Adam, zijn tijd ver vooruit zijnde en met een vleugje humor, ons de toepasselijke naam: niet-thuiskraai. De westerlingen op deze aardkloot hebben onze naamgever nooit helemaal goed begrepen en noemen ons daarom abusievelijk huiskraai. Ach ja...
Als mensen mij bellen omdat ze een dode of gewonde vogel hebben gevonden, dan denk ik automatisch aan iets groots. Niet in die zin dat het een grote vogel betreft, maar dat de vondst vooral heel zeldzaam is, zeg maar niveau vale gierzwaluw of wenkbrauwalbatros. Je begrijpt dat de praktijk zonder uitzondering tegenvalt. Het bijzonderst was uiteindelijk een houtsnip, niet echt een vondst om een blog over te schijven...